Bruin café De Pub houdt de echte cafétraditie in ere, maar is tegelijkertijd het gezellige verzamelpunt voor groepen sporters, vrienden en jongeren.
Gert en Helena Hovenkamp zijn al ruim 22 jaar de eigenaren van Café De Pub in Haren. Hoewel Helena op de achtergrond nog wel werkzaam is in het bedrijf, zullen de meeste vaste gasten vooral in Gert de echte kroegbaas zien.
Gert vertelt: “Ik sta voornamelijk zelf in de zaak, soms samen met een parttimer. Mijn vrouw wilde op een gegeven moment wel wat anders. Zij werkt nu bij Bakkerij Haafs en springt bij op drukke dagen en feestdagen. Verder helpt ze met de administratie en het schoonmaken.”
Café De Pub is een echt bruin café, met Jupiler pils op de tap. Gert heeft veel vaste gasten, maar de laatste jaren komen er steeds minder ‘ouderwetse’ stamgasten bij. Gert: “De cafécultuur is aan het veranderen. Vroeger kon je bij wijze van spreken de klok erop gelijk zetten bij sommige gasten. Dat is tegenwoordig veel minder. Maar wat je er voor terugkrijgt is ook heel leuk. We hebben nu veel meer diversiteit in het soort bezoekers. Daar krijg je zelf ook weer positieve energie van.”
“We krijgen nu veel meer groepjes binnen. Bijvoorbeeld sporters die na een training nog even komen borrelen. Maar ook grote groepen scholieren die uit school vandaan hier wat komen drinken. De bridgers die vanuit ‘t Gorechthuis hier nog even langs wandelen voor een afzakkertje… Eigenlijk alles komt hier. Van 18 tot 88 jaar oud.”
Het café gaat om 15.30 uur open, maar de sluitingstijden zijn altijd weer een verrassing. “Gister had ik de klaverjasclub, toen werd het zomaar 05.00 uur ’s ochtends. In principe geldt dat ik doordeweeks tot minimaal 12.00 uur open ben en in het weekend tot minimaal 02.00 uur. Mij maken ze trouwens niet gek als het later wordt. Ik blijf eigenlijk altijd open tot de laatste uit zichzelf vertrekt!”
Voor hij voor zichzelf begon deed Gert in verschillende plaatsen ervaring op. “Maarssenbroek, Vlieland, Spijkenisse: ik heb door het hele land gezworven. Grappig genoeg ben ik opgegroeid in de Kerkstraat en had ik mijn eerste baantje hier in dit pand. Toen heette het nog Het Luifeltje.”
“Ik begon op mijn dertiende in de afwas. Anderen gingen een krantenwijk lopen, maar daar had ik geen zin in, zo in de regen. Dit was veel leuker. Veel meer sfeer, gezellig. De meisjes vonden het ook wel stoer, haha! Mijn vrouw heb ik hier ook leren kennen. In 1996. Nu is de cirkel weer rond.”
“Na zoveel jaar in loondienst wilde ik wel wat voor mezelf. Die eerste jaren waren fantastisch. Ik had eindelijk mijn eigen zaak en alles was spannend. Dat is nu wel normaler geworden natuurlijk, na 22 jaar. Maar het blijft een leuk vak. Het sociale, de afwisseling. De ene dag is de andere niet, maar het is altijd gezellig. Ik zou niet anders willen.”
We hebben hier legendarische Harenaars meegemaakt. Veel mensen hebben het nog over Ome Jan, die hier ooit de eigenaar was. Hij is gestorven in het harnas, terwijl hij hier achter de bar aan het werk was. Verder hadden we ook een vaste gast die echt iedereen in Haren kende. Hij kwam overal! In Het Luifeltje zong hij altijd een liedje op de trap. Maar die trap is weggehaald bij de verbouwing, dus uiteindelijk hebben we hem op zijn verjaardag op een umpirestoel gezet en dat liedje toegezongen. Die verjaardag was echt een groot feest!”
Café De Pub kijkt – vrij traditioneel – uit op de Dorpskerk van Haren. Boven het pand in de Kerkstraat bevindt zich nog een huurwoning waar Gert en Helena vroeger zelf woonden. Gasten kunnen zowel via de voordeur als de achterdeur aan parkeerplaats Oldenhof naar binnen.
Ondanks de veranderende cafécultuur peinst Gert er niet over om de komende jaren veel te veranderen aan het interieur van De Pub. “Je kunt alles wel wit maken, maar dan haal je ook alle sfeer weg. Ik denk er wel af en toe aan om iets meer met eten te gaan doen, maar daar heb ik nog geen concrete plannen in.”
Uiteindelijk moet het namelijk allemaal wel samen kunnen met de functie van het café: het samenkomen van de gasten voor een drankje en een praatje. Gert: “Wat hier verteld wordt, blijft hier ook. Natuurlijk luistert een ander ook mee, maar van mij horen ze niets. Want wat hier allemaal verteld wordt… Als de muren konden spreken, had ik het mooiste boek van Nederland!”